Duurzaamheid is natuurlijk een belangrijk onderwerp in elke branche, maar zeker in de bouw is het een ‘hot’ item. Samen met Innodeen maken we ook deze sector weer een stukje duurzamer met een biocomposiet, Compodeen, voor de toepassing in gevelbekleding voor woningen. 100% gemaakt uit resthout en huishoudelijk afval, en dan blijkt maar weer dat afval eigenlijk niet bestaat. Het zijn waardevolle grondstoffen voor nieuwe toepassingen.
Innodeen
Voor wie Innodeen niet direct kent; zij zijn de geestelijk vader van de DTS dorpel. Wat een begrip is in de bouw en in talloze woningen, bedrijfsgebouwen en industriële ruimten wordt toegepast. De kans is dus groot dat je hen dagelijks tegenkomt, zonder het te weten. Maar Innodeen is een innovatief bedrijf, dat veel innovaties voor gebouwen op haar naam heeft staan. Het zit in het hart van het bedrijf om continu te werken aan een duurzame toekomst voor iedereen.
Compodeen
Waar voor sommige bedrijven de corona-periode een tijd van onzekerheid en rust was, heeft Innodeen die tijd gebruikt om een unieke biocomposiet te ontwikkelen. Compodeen bestaat voor 100% uit restafval. 70% van het product bestaat uit houtvezel. Dit is afkomstig van onder andere kapotte of oude pallets, verpakkingsmateriaal en ongelakt sloophout, ook wel A-hout genoemd. Het overige bestanddeel (30%) is gerecycled kunststof, dat door Veolia geleverd wordt. Dit gerecycled polypropyleen (rPP) wordt gemaakt van huishoudelijk afval. Denk hierbij aan boterkuipjes, saladebakjes, flacons en vele andere kunststof verpakkingen. Dit afval wordt in Vroomshoop gewassen en gemalen tot kleine stukjes plastic, waarna het wordt verwerkt tot een granulaat. Met de biocomposiet als basis produceert Innodeen hun DBP SIDING, een gevelbekleding die wordt toegepast op woningen en utilitaire bouw tot een hoogte van ongeveer 13 meter.
Producteigenschappen
De gevelbekleding DBP SIDING bestaat al langer, maar werd niet eerder uit 100% gerecyclede materialen geproduceerd. Dit had voornamelijk te maken met fluctuaties in de kwaliteit van de materialen. De kwaliteit van het resthout is tegenwoordig beter, maar ook Veolia heeft grote stappen gemaakt. Niet alleen kunnen we rPP leveren in een constante kwaliteit, exact volgens de gewenste specificaties van de producent, maar we kunnen dit nu ook in 15 verschillende kleuren leveren. Voor Innodeen een belangrijke voorwaarde, omdat het geleverde kunststof zo licht mogelijk van kleur moet zijn.
DBP SIDING is uitvoerig getest en voldoet aan de meest recente NEN-normen ten aanzien van duurzaamheidsprestaties en brandclassificaties. Zo is het KOMO gecertificeerd volgens brandklasse D en voldoet het aan duurzaamheidsklasse 1. De gevelbekleding kan onbehandeld aan de gevel worden toegepast en gedraagt zich dan optisch als hout; het gaat vergrijzen. Naast de 7 natuurgetrouwe tinten kan het materiaal, dankzij een plasma behandeling ook worden voorzien van een beits of RAL-kleur.
De gevelbekleding is een echt prefab materiaal. Hiervoor is een unieke technologie ontwikkeld om via een extrusieproces eindeloos gevelprofielen te kunnen produceren. De gevelprofielen worden dan exact op maat geproduceerd, zodat er afval ontstaat. Daarmee heeft ook de bouwer geen afval meer op de bouwplaats. Mocht er tijdens montage toch wat afval ontstaan, als er onverhoopt een profiel moet worden aangepast, dan neemt Innodeen het materiaal weer terug en is het weer grondstof voor nieuwe producten zonder kwaliteitsverlies.
Duurzame trots
Natuurlijk is Innodeen enorm trots dat het hen gelukt is om een 100% duurzame gevelbekleding te ontwikkelen. En wij zijn minstens net zo trots dat we hier een mooie bijdrage aan kunnen leveren. Niet alleen bewijst het maar weer dat afval niet bestaat, door de toepassing van resthout is er, volgens de standaarden van het IPCC – Intergovernmental Panel on Climate Change – ook sprake van een permanente CO2-opslag. Duurzamer dan dit krijg je gevelbekleding niet! Het zou ons dan ook niet verbazen als we, met de bouwopgave die we in Nederland hebben, binnenkort op heel veel prefab-woningen deze gevelbekleding gaan terugzien.
Meer weten over hoe wij materialen en producten op een duurzame wijze verwerken tot nieuwe grondstoffen?